Thomas schrijft brieven met Siska Deknudt

 

© ID / Firmin De Maitre Maîtrise

 

Dag Siska,

Het is reeds lange tijd geleden sinds onze eerste ontmoeting in de gevangenis van Beveren. De start van een korte intense samenwerking rond gedetineerden en rouw. Een ervaring waar ik nog vaak aan moet terugdenken om verschillende redenen, zowel in de goede als slechte zin.

Ik zie mezelf nog voor de eerste maal aanbellen. Nooit eerder had ik een voet in een gevangenis gezet. Zenuwachtig stapte ik over de drempel. Ik moest op de foto omdat het mijn eerste keer was, en na enkele veiligheidscontroles mocht ik naar binnen. Het gebouw voelde kil aan. Overal grijs beton. Een gebouw geoptimaliseerd voor veiligheid en zijn andere functies, dat weinig rekening houdt met zijn bewoners. Al zullen veel buitenstaanders dat logisch vinden, we moeten onze gedetineerden immers niet pamperen.

Samen schreef ik met enkele gedetineerden over rouw. Over de mensen van wie ze afscheid moesten nemen, of van wie ze geen afscheid konden nemen. Het zijn verhalen waar ik nog vaak aan moet terugdenken. Mensen durven al eens vergeten dat daders meer zijn dan wat ze op hun kerfstok hebben. Het zijn geen gevoelloze mensen. Ze hebben fouten gemaakt, soms heel zware, maar zij worden ook met dezelfde emoties geconfronteerd waarmee wij geconfronteerd worden. In dat lokaal bij ons zag ik niet hun strafbare verleden, maar hun kwetsbare kant.

Het was de bedoeling dat de teksten gepubliceerd zouden worden in een magazine. Dat was op voorhand goedgekeurd. Wanneer de deadline dichterbij kwam, werd onbegrijpelijk besloten om de teksten toch niet te publiceren. Het magazine wou geen podium geven aan gedetineerden. Dat voelt nu zoveel jaar later nog steeds wrang aan. Alsof het uitzitten van een gevangenisstraf het recht op rouwen ontneemt.

Misschien moet ik jouw functie naar de lezers van deze brieven kaderen. Jij bent als aalmoezenier werkzaam in de gevangenis van Beveren. Ik vermoed dat niet iedereen wet wat een aalmoezenier juist doet, dus kan jij dat misschien even voor ons kaderen.

Wat me in onze samenwerking opviel is jouw betrokkenheid bij de gedetineerden. Je komt op voor hun rechten en ziet de mensen doorheen hun daden. Je tracht de levensomstandigheden voor hen ook te verbeteren. Je geeft hen een luisterend oor. Daar had ik toen, en vandaag nog steeds, veel bewondering voor. Het zette mij ook aan het nadenken. Als enige leek jij een volledig onafhankelijke positie te bekleden in het gevangeniswezen.

Cipiers staan in voor de veiligheid, en misschien in de eerste plaats de veiligheid van de samenleving, door ervoor te zorgen dat niemand ontsnapt. Psychologen, sociaal werkers begeleiden gedetineerden, maar vaak met de normatieve samenleving in het achterhoofd. Het voorkomen van gedrag blijft het hoofddoel. Let op dit is geen verwijt naar hen, maar het zorgt ervoor dat ze op een andere manier tegenover de gedetineerden staan. Hoe zie jij jouw positie binnen de gevangenis. En hoe kijken de cipiers en andere medewerkers naar jou?

Warme groet,
Thomas


Dag Thomas                                                                                                                           

Fijn jou te horen. Het waren inderdaad fijne dagen toen je naar de gevangenis kwam om de verhalen te beluisteren van langgestrafte mannen die in een slepend rouwproces zaten.

Je kon goed luisteren en je reikte hen vormen aan die het schrijven tot een haalbare uitdaging maakten. We hebben toen een fijn parcours gelopen. Bedankt daarvoor.

Je vraagt om mijn werk even toe te lichten? Ik ben gevangenisaalmoezenier.  Het grootste deel van mijn werktijd breng ik door in de cellen van de mannen die daar hun straf uitzitten. Ik beluister levensverhalen. Gelukkig doe ik dat niet alleen. Samen met 3 bekwame en trouwe vrijwilligers vormen we een hecht team.

Als tiener dacht ik dat het toppunt van pech in een Griekse tragedie besloten lag. Nu weet ik wel beter. Het levensverhaal van heel wat gedetineerden is getekend door een intense tragiek. Zij moeten vaak hun levensverhaal doen vanuit het perspectief van hun dader zijn. Aalmoezeniers gaan op zoek naar het intact stukje mens in de dader. Wij doen ons best om niet oordelende duurzame aanwezigen te zijn. Op die manier kan vertrouwen groeien. In dat vertrouwen gebeuren heel verrassende en mooie dingen. Als iemand aan zichzelf beloofd heeft niemand meer te vertrouwen, maar op een dag toch die sprong maakt, dan raakt me dat ten diepste. Het is een geschenk waarvoor we in onze traditie een zeer mooi woord hebben: ‘genade’. 

Aalmoezeniers kennen het gevangenissysteem, maar maken er geen deel van uit. Dat is onze kracht, waar ook veel machteloosheid in zit.  Onze relatie met de gedetineerde wordt beschermd door onze deontologie. De gesprekken zijn strikt vertrouwelijk.

We delen het cellulair gedeelte, onze ‘werkvloer’, met het bewakend personeel.  Zij brengen de meeste tijd door met de gedetineerden.  Een bewaker met een duidelijke ondergrens, een goede portie gezond verstand en een mild hart maakt echt wel het verschil. Door personeelstekort worden nu veel jonge mensen ingezet. Er is zeker goede wil, maar een degelijke opleiding vanuit een duidelijke visie ontbreekt. Dat is jammer en vooral erg voelbaar.

Het moeilijkste in ons werk is wellicht het leren omgaan met de machteloosheid. Vanuit de beluisterde levensverhalen weten soms we wat er nodig is om te kunnen herstellen, maar het is er niet. Vaak worden de oorspronkelijke kwetsuren groter. Een detentie heeft een groeiparcours nodig met perspectief. Nu is er vooral veel verveling en een groot tekort aan werk, begeleide ontspanning, vorming én psychologische ondersteuning. Het  hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat heel wat gedetineerden het in de samenleving niet redden en hervallen in hun oude destructieve gewoontes. Soms gaat het dan over een gruwelijke daad met veel media aandacht en de daarbij horende schreeuw naar strengere straffen. Opsluiting zonder groeiaanbod en perspectief is geen strenge straf maar een ondermaatse invulling van detentie. Ik vind dat de media daarin een grote verantwoordelijkheid draagt. Ze stimuleren de roep naar een repressief detentie beleid die eigenlijk vooral zeer arm aan inhoud en visie  is. Dit zal onze samenleving niet beter maken, wel integendeel.

Soms begeleiden we ook mensen bij hun eerste stappen naar de samenleving of bij een rouwbezoek. Uiteraard gaat daar een hele veiligheidsprocedure aan vooraf.

Op zondag is er ook een eredienst. De priester in ons team is anderhalf jaar geleden gestorven. Gelukkig was hij een zeer goede leermeester. Afwisselend verzorgen we een woorddienst op zondag. De eredienstruimte is ruim klaslokaal dat op zondag even wordt omgevormd tot een gebedsruimte. Wie er binnenkomt maakt de belofte om niet te oordelen. In deze vrijplaats kan iedereen aanwezig zijn.
Met stilte, muziek, gebed en rituelen proberen we ons te verbinden over vele grenzen heen. Verhalen uit onze Bijbelse traditie roepen ons op om te blijven geloven in het goede van de mens, te kiezen voor de zorg voor elkaar en zo te bouwen aan een wereld van verbinding. Tijdens een moment van inkeer durven we onze ogen sluiten. Een teken dat helemaal dwars staat op de gevangeniscultuur die alles scherp in de gaten houdt. Wellicht sterker dan alle woorden. We voelen ons daarbij gedragen door een kracht die groter is dan onszelf.

Thomas, ik hoop dat ik hiermee een antwoord gaf op jouw vragen. Indien er nog onduidelijkheden zijn, laat maar horen.

Alvast een hartelijke vakantiegroet
Siska


Dag Siska,

Ik had je veel eerder willen schrijven. Het leven stond even stil voor. Afgelopen zomer stierf mijn grootvader. Hij was mijn leermeester en voorbeeld. Mijn zoon is naar hem vernoemd. Gelukkig heb ik mijn familie om mij heen om samen te rouwen. Een groot contrast met de mensen waarmee we samen gewerkt hebben. Vele uren zijn ze alleen met hun gedachten in een betonnen cel.

Het overlijden kwam niet onverwacht, waardoor ik steeds onbewust mijn telefoon in de gaten hield. Dat maakte dat ik nog op tijd in het ziekenhuis was om afscheid te nemen. Gedetineerden krijgen daar vaak de kans niet toe. Zelf voor het bijwonen aan een begrafenisdienst, zijn ze overgelaten aan de welwillendheid van anderen. Natuurlijk zitten ze opgesloten met een reden, maar ook een detentiecontext moet menselijk blijven. Ze zijn immers meer dan de fouten die ze gemaakt hebben.

Door dit project stel ik mij opnieuw veel vragen over het gevangenissysteem in België. Hoe kan het dat we na al die jaren nog steeds niet verder komen. De verhalen zijn legio van mensen die slechter uit hun detentie gekomen zijn. Zelf heb ik enkele jaren gewerkt met drugsverslaafden. Waarvan sommigen van hen ook een effectieve gevangenisstraf gekregen hebben, omdat ze bleven gebruiken ondanks opgelegde voorwaarden. Vaak kwamen ze dan uit de gevangenis met een extra verslaving, of werden crimineel in de gevangenis. Hoe verander je zo’n systeem?

Ik denk in de eerste plaats van onderuit. Als we op politieke systemen moeten wachten, dan zal dat nog lange tijd duren. Ze hinken vaak achterop en blijven te vaak trouw aan politieke visies, waar de wetenschap soms bewijst dat hun ideeën niet werkzaam zijn. We moeten dus meer van binnenuit gaan denken. In dat opzicht is jullie werk zo belangrijk. Zeker omdat zoals je zelf schrijft dat jullie team een onafhankelijke positie binnen de gevangenis heeft.

Een luisterend oor is de basis, en zou ook een basisrecht moeten zijn in een gevangenis. Ik kan begrijpen dat cipiers, door personeelstekort daar weinig tijd voor hebben. Zouden zij ook niet tot op een bepaalde hoogte een vertrouwenspersoon kunnen zijn?  Ik vermoed dat gedetineerden niet altijd steun bij elkaar kunnen vinden. Om iemand anders te steunen moet je zelf in balans zijn. Jullie kunnen dat wel doen. Al is een team van vier personen natuurlijk klein, en versterkt dat waarschijnlijk jullie gevoel van machteloosheid.

Hoe komen jullie precies in contact met gedetineerden? Moet het initiatief altijd van hen uit gaan, of mogen jullie ook proactief te werk gaan?

Als aalmoezenier vertrek je vanuit een bepaald geloof, meer bepaald het katholieke geloof. Dat zorgt voor bepaalde gedetineerden misschien wel voor een barrière om met jullie te spreken. Zijn er dan ook gelijkaardige teams vanuit de andere religies?

Warme groet,
Thomas


Dag Thomas

Het spijt me te lezen dat je deze zomer moest afscheid nemen van jouw grootvader. Dat jullie zoontje zijn naam draagt zegt natuurlijk hoe waardevol deze man voor jou is.

Je schreef ook dat het afscheid niet onverwacht kwam en je de laatste dagen jouw gsm scherp in de gaten hield. Op een goede manier kunnen afscheid nemen is inderdaad belangrijk. Geen afscheid kunnen nemen belast in grote mate het rouwproces. Dat merken we heel duidelijk in de gevangenis. Het is onze taak om ondersteuning te bieden bij een afscheid en rouwproces. Soms begeleiden we een gedetineerde bij een laatste bezoek of bij een groet in het funerarium. Gelukkig zijn er ook geestelijke verzorgers vanuit verschillende levensbeschouwingen. We hebben protestantse collega’s, collega’s vanuit het huis van de mens en een collega imam.

Soms sterft er iemand tijdens zijn of haar detentie. De sfeer in de gevangenis is dan erg beladen. Niemand wil sterven als gedetineerde. Het is dan taak van de geestelijke verzorgers om voor een passend afscheid te zorgen in de instelling.

Je vraagt of bewakers ook vertrouwenspersonen kunnen zijn? Ik gaf al eerder aan dat een goede bewaker een zeer groot verschil kan maken. Ik denk dan in de eerste plaats als ‘eerste hulp bij allerlei vragen’. Een bewaker die bereid is naar die praktische vragen te luisteren en daar een doelgericht antwoord op  geeft kan heel wat frustraties voorkomen. Helpen gebeurt niet enkel door te praten. Zorgvuldig omgaan met de vragen van gedetineerden schept een sfeer van veiligheid.  Als mensen  zich gehoord en gezien voelen  creëer je  een rustige sfeer waarin vertrouwen kan groeien. Toch is het belangrijk te weten dat een bewaker in dienst staat van justitie. Hij heeft een meldingsplicht, ook als zijn informatie uit een vertrouwelijk gesprek komt.

Geestelijke verzorgers, en de mensen die vanuit de Vlaamse gemeenschap (Welzijn) in de gevangenis aanwezig zijn, hebben een deontologische zwijgplicht. De inhoud van onze gesprekken is daardoor beschermd.
Het is belangrijk om onze verschillende rollen voor ogen te houden. Zoals het ook belangrijk is om complementair samen te werken, met wederzijds respect voor elkaars posities.

Als er  een nieuwe gedetineerde binnenkomt in de gevangenis stellen we onze dienst en onszelf voor. P.I. Beveren is een strafinstelling voor langgestraften.  Anders dan in een arresthuis (waar mensen verblijven voor hun veroordeling)  is het opgesloten zitten geen nieuwe ervaring meer. De meesten kennen onze dienst  al . Het gebeurt ook dat een attente collega uit het arresthuis ons verwittigt dat iemand onze richting uitkomt.
Na de kennismaking is het aan de gedetineerde zelf om te beslissen of hij verder in contact wil blijven en hoe. Dat kan de start zijn van een lang en boeiend parcours.

In P.I. Beveren zijn er vooral veel mono-cellen. Deze individuele cellen bieden heel wat voordelen. Een keerzijde is de grote eenzaamheid. Iedereen start op een duo- of trio cel. Soms groeien er duurzame vriendschappen in de cel.  Ze kennen de pijnen en de angsten van het opgesloten zitten en kunnen elkaar ondersteunen. Maar uiteraard zijn er soms ook hevige discussies en ruzies. Het is niet eenvoudig om in een kleine ruimte samen te leven met iemand die je niet gekozen hebt. De privacy is er zeer beperkt.

Thomas, ik hoop dat ik hiermee op  al jouw vragen heb geantwoord.
Mocht ik nog eentje vergeten zijn. Geef ze maar terug de volgende keer.

Hartelijke groet
Siska


Dag Siska,

Een goede rolverdeling lijkt mij inderdaad van cruciaal belang. Het zorgt ook voor een helderheid naar de gedetineerden.  Op die manier weten ze zich waaraan te verwachten, en kan dat ook een bepaalde rust met zich meebrengen. Zeker wat betreft het beroepsgeheim. Op die manier kunnen ze zelf inschatten wat ze tegen jullie vertellen, en wat ze tegen de cipiers vertellen.

En toch. Zou er niet een bepaalde deontologische code kunnen komen voor cipiers, waarin bijvoorbeeld een gedeeltelijk beroepsgeheim is opgenomen? Hoeft het zo zwart wit te zijn? Natuurlijk werken ze voor justitie en brengt dat een verantwoordelijkheid met zich mee.  En wordt het hierdoor een complexe evenwichtsoefening, maar daarom is het niet onmogelijk. Cipiers staan niet enkel ten dienste van justitie, of de samenleving, maar ze zijn er ook voor de gedetineerden.

Vorige week zag ik een petitie rond gaan van de vakbond om de werkomstandigheden van cipiers in gevangenissen te verbeteren. Het stemde mij positief dat ze hierbij ook aandacht besteden aan humane detentie. Ze willen niet alleen de omstandigheden voor zichzelf verbeteren, maar ook voor die van de gedetineerden zelf, omdat ook dit een positief impact heeft op de werking van gevangenissen.

Net als jou pleiten ze voor een degelijke opleiding, omdat die nu niet voorhanden is. Ergens verbaasd het mij dat een dienst aangestuurd vanuit de overheid geen kwalitatieve opleiding biedt. Zeker als je bijvoorbeeld kijkt naar de opleiding die agenten of militairen moeten volgen. Ook binnen de sociale sector zijn er meer een meer regels om de kwaliteit van zorg te garanderen. Niet iedereen kan zich nog therapeut noemen. Je moet gekwalificeerd zijn. In dat opzicht is het vreemd dat dit ontbreekt binnen de context van detentie. Cipiers spelen een belangrijke rol omdat zij het frequenst contact hebben met gedetineerden.

Een ander punt waarvoor ze pleiten is de norm van 1 persoon, per cel te hanteren. Jij hebt het daar ook even voor in jouw brief. Je haalt aan dat er veel voordelen aan gekoppeld zijn, maar het ook de eenzaamheid in de hand werkt. Volgens mij zouden beide systemen mogelijk moeten zijn, waarbij er enige keuze vrijheid is. Ik kan me voorstellen dat de een daarvoor openstaat en de ander niet. Hangt het eenzaamheid gevoel ook niet af van hoeveel tijd men effectief op de cel moet doorbrengen?

Afsluiten doe ik graag op een persoonlijke manier. Enerzijds heb ik veel bewondering voor jou en hoe je zelf te werk gaat. Je straalt bijzonder veel rust en vertrouwen uit. Twee kwaliteiten die belangrijk zijn binnen de context waar je werkt. Je toont bijzonder veel empathie voor een groep mensen, die doorgaans op weinig begrip mogen rekenen van de samenleving. Wat je doet is dan ook geen evidentie. Dat heb ik zelf ook mogen ondervinden. De verhalen die je tussen de muren hoor zijn schrijnend en heftig. Zelfzorg is dan ook belangrijk. Hoe zorg je ervoor dat je de verhalen niet naar huis meeneemt?

Warme groet,
Thomas


Dag Thomas,                                                                                                               

Het is wat vreemd om zo vaak het woord ‘cipier’ te lezen. Ik weet dat het in de samenleving nog altijd het meest gebruikte woord voor bewaker is. In de gevangenis zelf wordt het woord nooit gebruikt. Het is zelfs wat verbannen omwille van een negatieve bijklank.

Het leven is nooit zo zwart/wit als de letters op papier. Ook het leven in de gevangenis niet. Gelukkig maar. Uiteraard zijn er soms vertrouwelijke gesprekken tussen gedetineerden en bewakers. Dat zijn vaak fijne momenten die de routine van de dag wat doorbreken. Maar als er binnen dat vertrouwen iets fout loopt, dan worden het moeilijke leef- en werkomstandigheden.  De schade bij beide partijen kan soms groot zijn.

Er wordt nu  werk gemaakt van een opleiding voor detentiebegeleider.  Detentiebegeleiders zijn bewakers die ervoor kiezen om actiever contact te maken met de gedetineerden. In Nederland werkt men al lang met  ‘koude- en warme bewaking’.  Het is de bedoeling om hiermee te starten in de nieuwe gevangenissen van Haren en Dendermonde. Hoe de deontologische code van de detentiebegeleider eruit ziet weet ik niet, maar dat is wel een boeiende vraag. Nu ik ze hier neerschrijf wil ik er ook alles over te weten komen.

Je vraagt of ik soms mensen en verhalen meeneem naar huis. Natuurlijk.

Voor mij staat een warme betrokkenheid een correcte professionele houding niet in de weg. Niet mis te verstaan. Ik ben een absolute voorstander van een gezonde afstand en nabijheid in werkrelaties. Wij zijn, als aalmoezeniers, vertrouwenspersonen maar geen ‘beste vrienden’. Wij mogen geen beloftes doen die we niet kunnen waarmaken. Wij moeten er zelfs op bedacht zijn die illusie niet te wekken. Dat is niet altijd gemakkelijk, want sommige mensen hebben buiten niemand meer. Toch is het belangrijk om daar eerlijk en duidelijk mee om te gaan.

Betrokken zijn heeft te maken met geraakt worden. Ik heb dat zelf niet in de hand. Iemand vertelt me zijn levensverhaal en soms kan één detail zoveel blootleggen, zoveel duidelijk maken…

Op dat moment gebeurt er iets met de vertellen en met degene die luistert. Er verandert voor altijd iets in de kwaliteit van het verbinden. Dat is iedere keer opnieuw een zeer ontroerend moment. Er zit geen gewenning op. Het is evenmin het resultaat van een goed uitgetekend stappenplan. Het is een geschenk  én tegelijk een tweesnijdend zwaard. En ja, ik neem dat mee naar huis.

Hoe beter je kan luisteren, hoe duidelijker je ziet wat iemand nodig heeft om verder te kunnen en hoe meer pijn het doet dat dit noodzakelijke in het huidig systeem van opsluiting niet aanwezig is. Samen met de gedetineerde in die machteloosheid gaan staan en het mee uithouden. Dat is onze grootste uitdaging. Betrokken zijn maakt het zeker niet gemakkelijker. Maar zonder betrokkenheid is er geen ‘samen’. De eenzaamheid in een gevangenis is zo verschrikkelijk groot. Laat ons dus goed zorg dragen voor die warme betrokkenheid die even mild als scherp is.

De gevangenis is een vreemde en zeer complexe wereld. Altijd welkom Thomas, om nog eens samen een projectje uit te werken. Rond eenzaamheid en verbondenheid misschien? Hoe dan ook, dank voor jouw betrokkenheid en interesse.

Hartelijke groet en allerbeste wensen, ook voor jullie zoontje met de naam van zijn opa

Siska



Reageren? Dat kan hieronder!

Wees hierbij aardig en beleefd. Reacties met haatdragende taal of pesten worden verwijderd.

Vorige
Vorige

Thomas schrijft brieven met Ines Deprez

Volgende
Volgende

Thomas schrijft brieven met Rudy Van De Voorde